Quelque Chose à Faire vzw | Genomineerde 2011
“Toen Roger Vanthournout samen met enkele vrienden de vzw Quelque Chose à Faire opstartte, dertig jaar geleden, was dat omdat hij niet meer kon aanzien hoe de uitsluiting, de ontkenning van het burgerschap en de sociale nutteloosheid alle toekomstdromen van deze jonge volwassenen in de kiem smoorde.” (Bernard Spinoit, directeur van de vzw Quelque Chose à Faire)
Quelque Chose À Faire is een bouwonderneming die elke dag 22 ploegen en meer dan 60 stagairs aan het werk zet. Niets bijzonders, ware het niet dat de onderneming al dertig jaar lang jongvolwassenen die op straat rondhangen of uit de gevangenis komen vraagt om een stuk plafond te herstellen of ergens te gaan schilderen.
Een reden om te leven
Quelque Chose À Faire bestaat sinds de jaren ‘80 en is sindsdien sterk geëvolueerd. Het sociale uitgangspunt blijft, maar de middelen om volwassen in moeilijkheden verder te helpen, zijn intussen sterk veranderd. Er zijn vormingsmomenten, taalcursussen en stages op de werkvloer. De werknemers krijgen sociale en psychologische steun en kunnen hulp vragen bij hun zoektocht naar werk. “We werken met iedereen die weer grip wil krijgen op zijn leven”, zegt directeur Bernard Spinoit. “Vorig jaar ontvingen we 187 stagairs, onder wie 9 vrouwen. Allemaal zochten ze naar een project, naar zekerheid en naar vorming, kortom naar een plaats waar ze een reden konden vinden om te leven.”
Bouwen met respect voor de natuur
Sinds 2005 heeft Quelque Chose À Faire ook duurzame ontwikkeling opgenomen in zijn actieplan en trekt de organisatie volop de kaart van het duurzaam bouwen. Quelque Chose À Faire realiseert samen met zijn werknemers en stagairs kwaliteitsgebouwen met een zeer laag energieverbruik en heeft in januari 2011 ook een atelier geopend waar alle werknemers leren wat duurzaam bouwen precies inhoudt. De materialen en technieken die gebruikt worden, zoals de isolatie met cellulosewatten, respecteren het milieu zo goed mogelijk.
18 maanden om te leren bouwen
Elke werknemer begeleidt twee of drie stagairs en leert hem gedurende maximum 18 maanden bouwtechnieken aan: metselen, plafonds bouwen, tegelen, schrijnwerk, elektriciteit, … “Zelfs stagairs die geen echte job vinden, krijgen toch weer zelfvertrouwen én een sociaal netwerk. Een hele prestatie voor mensen die van zichzelf dachten dat alles wat ze aanraakten, kapot ging”, merkt Bernard Spinoit op. “In een arme regio met weinig perspectieven, hebben we zo samen gebouwd aan een toekomstproject voor onze stagairs én voor onze planeet.”
Een onderneming als alle andere?
Quelque chose À Faire is onderhevig aan dezelfde eisen als alle andere bouwondernemingen, met bepaalde kwaliteits- en rentabiliteitseisen. Dit jaar zorgen de bouwwerven voor meer dan de helft van de opbrengsten: ruim een derde komt via subsidies gelinkt aan de vormingsactiviteiten en de opbrengst van verschillende projecten en giften. Maakt dat van Quelque chose À Faire een onderneming als alle andere? Ja, of toch bijna. Maar dan wel met een ander doel: de opbrengst is voor hen meer sociaal dan economisch, en meer collectief dan individueel.
Wat ons aantrekt
Quelque Chose À Faire, ontstaan uit het verlangen om iedereen een mooie toekomst te bieden, is beetje bij beetje een erkende en doeltreffende bouwonderneming geworden. Zo bouwt het initiatief niet enkel gebouwen, maar ook een toekomst voor onze planeet.
De uitdaging
Personeel opleiden om nieuwe technieken aan te leren, nieuwe materialen te kopen, proefprojecten uit te proberen en ervaringen te delen, … Dat vraagt heel wat middelen. Het is een uitdaging om nieuwe manieren te verzinnen om geld binnen te krijgen om zo weinig mogelijk af te hangen van subsidies of externe steun.